Begroting 2019

Samenvatting

Deze samenvatting bestaat uit een leeswijzer en een samenvatting waarin de volgende onderwerpen zijn opgenomen: een financiële samenvatting, een overzicht van de nieuwe investeringen 2019, risico’s en grote projecten 2019 en de reserves.

Leeswijzer

De programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 bestaat uit het programmaplan en de financiële begroting. Daarnaast is informatie opgenomen over de programmalijnen en zijn de financiën van de gemeente in beeld gebracht bij financiën in één oogopslag.

Het programmaplan bestaat uit de 9 begrotingsprogramma’s, de financiële informatie programma-plan en de (verplichte) paragrafen. De (verplichte) paragrafen gaan in op lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid.

Bij elk begrotingsprogramma gaan we in op de drie W-vragen: Wat willen we bereiken?, Wat gaan we daarvoor doen? en Wat kost het?. De doelstellingen die verwoord zijn bij “Wat willen we bereiken” zijn overgenomen uit het coalitieakkoord 2017-2022 “Meierijstad zijn we samen”. Hier zijn ook de verplichte beleidsindicatoren opgenomen. Deze (verplichte) beleidsindicatoren zijn vermeld naar de stand van maart 2018 en augustus 2018. De jaartallen die genoemd zijn in deze tabellen zijn de laatst bekende gegevens bij waarstaatjegemeente.nl. Als in de tabel bijvoorbeeld 2016 staat , dan betekent dit dat hierna geen meting heeft plaatsgevonden. Als referentiemeting voor de gemeente Meierijstad vermelden we het gemiddelde van gemeenten in de klasse > 50.000 en < 100.000 inwoners.

Om de doelstellingen te bereiken zijn bij “Wat gaan we daarvoor doen” concrete activiteiten genoemd die we in 2019 gaan uitvoeren. Alle activiteiten die in de Mijlpalen van Meierijstad zijn genoemd voor 2019 hebben een plaats gekregen in de programmabegroting 2019. Ook de nieuwe activiteiten uit de kadernota 2019 zijn opgenomen.

Bij het onderdeel “Wat kost het?” is een onderverdeling gemaakt naar bestaand beleid en ontwikkelambities. Bestaand beleid heeft betrekking op de reguliere taken of zijn het gevolg van eerdere besluitvorming door de gemeenteraad. Financiële aanpassingen van lasten en baten van bestaand beleid zijn voortgekomen uit de financiële vertaling van de begrotingsuitgangspunten, het realistisch ramen van bestaand beleid en de verwerking van actuele ontwikkelingen.
De financiële middelen die nodig zijn om de ontwikkelambities te bereiken zijn de middelen van de jaarschijf 2019 e.v. van de Mijlpalen van Meierijstad en de kadernota 2019. Een toelichting op de ontwikkelambities vindt u onder de betreffende tabellen binnen de programma’s.

Het laatste onderdeel van het programmaplan bevat financiële informatie over onderwerpen als algemene dekkingsmiddelen (o.a. algemene uitkering), lokale heffingen, dividend, overhead, onvoorzien en heffing voor de vennootschapsbelasting.

Meer gedetailleerde financiële gegevens vindt u in de financiële begroting met de bijbehorende bijlagen. Zo kunt u in de financiële begroting onder de financiële aansluiting vinden vanaf de kadernota 2019, die u op 2 juli 2018 heeft vastgesteld.

Financiële samenvatting

De programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 is structureel en reëel in evenwicht. Dat wil zeggen dat jaarlijks terugkomende minimaal gelijk zijn aan de jaarlijks terugkomende lasten en dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar zijn.

Het actualiseren en samenstellen van de begrotingscijfers heeft een positief effect gehad op het financieel perspectief t.o.v. de kadernota 2019. Het college stelt voor de ingecalculeerde extra verhoging van de OZB van 2% vanaf 2019 op te schorten naar 2020. Dit voorstel is in de begrotingscijfers verwerkt. Het structureel geraamd resultaat is voor 2019 uiteindelijk licht negatief nl. € 85.000. Voor de meerjarenraming is het structureel geraamd resultaat positief.

In de volgende tabel laten we het verloop van de begrotingscijfers zien van de startsituatie vóór kadernota 2019 tot en met het structureel geraamd resultaat programmabegroting 2019 inclusief de ontwikkelambities. U neemt hierover een besluit bij de begrotingsbehandeling.

Kadernota naar programmabegroting
(bedragen * € 1.000)

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Geraamd resultaat bestaand beleid (startsituatie vóór kadernota 2019)

1.861

4.637

5.597

7.220

Raadsbesluiten t/m juli 2018

31

-17

-12

-10

Meicirculaire 2018

514

367

202

-226

Ontwikkelingen bestaand beleid kadernota

-867

-931

-956

-955

Ontwikkelingen bestaand beleid na kadernota

563

440

193

359

Ontwikkelambities kadernota (netto-lasten)

-2.623

-3.210

-3.105

-4.304

Geen extra verhoging 2% OZB voor 2019

-379

Incidentele baten en lasten

815

418

473

370

Toelichting op de tabel:

Geraamd resultaat bestaand beleid (startsituatie vóór kadernota 2019)
De startsituatie is de meerjarenraming 2019-2021 van de begroting 2018, waarin de 1e financiële bijstelling 2018 is verwerkt. De jaarschijf 2022 is hieraan toegevoegd.

Raadsbesluiten t/m juli 2018
Dit betreft de financiële gevolgen van de raadsbesluiten krediet noordelijke snel fietsroute, fietspad Populierlaan en het Integraal Huisvestingsprogramma (IHP) voor onderwijs.

Mei circulaire 2018
De financiële verwerking van de meicirculaire 2018.

Ontwikkelingen bestaand beleid
Wij hebben deze gesplitst in ontwikkelingen bestaand beleid kadernota en ontwikkelingen bestaand beleid na kadernota. De ontwikkelingen bestaand beleid na kadernota zijn vooral de financieel technische aanpassingen zoals rente. In de financiële begroting is een verdere toelichting opgenomen van deze ontwikkelingen..

Geraamd resultaat bestaand beleid
Dit is het resultaat van de begroting op basis van de vastgestelde uitgangspunten (raadsvergadering 2 juli 2018). In de financiële begroting nl. het overzicht van baten en lasten is een detaillering naar programma’s en mutaties reserves opgenomen.

Ontwikkelambities kadernota
Dit zijn de financiële gevolgen van de ontwikkelambities uit de vastgestelde kadernota 2019. De ontwikkelambities zijn toegelicht bij de programma’s. Een totaaloverzicht is te vinden in de bijlagen “Nieuwe investeringen 2019-2022” en “Nieuwe bestedingen 2019-2022”. U neemt bij de begrotingsbehandeling op 8 november 2018 een besluit over deze middelen.

Geen extra verhoging 2% OZB voor 2019
Het college stelt voor de extra verhoging van 2% OZB vanaf 2019 niet toe te passen voor het jaar 2019.


Incidentele baten en lasten
Het verschil tussen de Incidentele baten en lasten is hier opgenomen. Het overzicht van deze incidentele lasten en baten is te vinden in de financiële begroting.

Structureel geraamd resultaat programmabegroting 2019
Bij het structureel geraamd resultaat tellen de incidentele lasten en baten niet mee. Ter verduidelijking: elimineren van de incidentele lasten heeft een positief effect op het geraamd resultaat. Eliminatie van incidentele baten heeft een tegenovergesteld effect. Het structureel geraamd resultaat bepaalt o.a. de vorm van toezicht door de provincie.

Investeringen 2019

Bij de uitgangspunten begroting 2019 is aangegeven dat het beschikbaar stellen van investeringskredieten via de korte of de lange route kan plaatsvinden. Zowel bij de korte route als bij de lange route zijn de financiële gevolgen opgenomen in deze begroting. Het moment waarop u de middelen beschikbaar stelt is verschillend. Bij de korte route is dat bij de begrotingsbehandeling. Bij de lange route stelt u de middelen later beschikbaar op basis van een inhoudelijk raadsvoorstel. Een voorbereidingskrediet hiervoor kan wel de korte route volgen.

De investeringen die de korte route volgen zijn opgenomen in onderstaande tabel en bedragen in totaal € 3.408..000,-.

Investeringen 2019 korte route

Invest. bedrag

2020

2021

2022

bedragen x € 1.000

Progr.

jaarlijkse lasten

Vervangen oude DMS-en

0

150

39

39

38

Ombouw korfbalveld naar voetbalveld PWA-sportpark Veghel

5

60

3

3

3

Inrichten van vijf watertappunten

5

20

2

2

2

Gronden Duits lijntje

5

495

5

5

5

Diverse gronden voor recreatieve- en natuurontwikkeling 

5

500

3

6

6

(recreatieve) doorsteek van Bolckpad

5

320

14

14

14

Aanschaf middelen t.b.v. huisvuilinzameling

7

200

22

22

21

Dekking tarieven afvalstoffenheffing

7

-22

-22

-21

Voorbereidingskredieten:

Vervanging wegen 2019

2

500

22

22

21

Vervangingsprogramma openbare verlichting 2019

2

100

5

5

5

Besparing op elektra / onderhoud

2

-5

-5

-5

Uitvoeringsplan mobiliteit 2019

2

100

4

4

4

Uniformering verkeersmaatregelen 

2

30

1

1

1

Vervanging civiele kunstwerken / bruggen

2

120

5

5

5

Nieuwbouw basisschool Petrus en Paulus

4

150

5

5

5

Uitbreiding basisschool de Ieme 

4

100

4

4

4

Voorbereiding MFA Kienehoef

4

447

16

16

Groenrenovaties 2019

5

116

5

5

5

De volgende investeringen volgen de lange route. Als er bij de investeringen met “korte route” een voorbereidingskrediet beschikbaar wordt gesteld, dan is in de volgende tabel het investeringsbedrag exclusief voorbereidingskrediet vermeld.

Investeringen 2019 lange route

Invest. bedrag

2020

2021

2022

bedragen x € 1.000

Progr.

jaarlijkse lasten

Vervanging wegen

2

4.500

195

193

192

Vervangingsprogramma openbare verlichting

2

1.700

85

84

84

Besparing op electra / onderhoud

2

-85

-84

-84

Uitvoeringsplan mobiliteit

2

1.000

43

42

42

Vervanging civiele kunstwerken / bruggen

2

1.080

47

47

46

Snelfietsroute Veghel-Uden (raadsbesluit 8-3-2018)

2

500

22

22

21

Vervangen nieuwbouw basisschool Petrus en Paulus

4

1.392

49

49

48

Uitbreiding basisschool de Ieme

4

467

16

16

16

Renovatie en uitbreiding basisschool De Uilenbrink

4

4.847

213

Zwembad de Neul

5

2.069

124

123

122

Turnvoorziening Meierijstad (accommodatie)

5

275

14

14

14

Turnvoorziening Meierijstad (sportmaterialen)

5

75

6

6

6

Herbestemming voormalige gemeentehuis van Schijndel

5

2.200

77

76

76

Groenrenovaties

5

1.045

45

45

45

Vervanging gebouw 't Bundertje (vervangingsinvestering)

5

525

18

18

18

Versterking robuuste groenblauwe structuren

8

2.000

85

85

85



Risico’s en grote projecten

Bij het samenstellen van een begroting bestaan onzekerheden en/of risico’s die niet in de begrotingscijfers zijn opgenomen. Deze kunnen zowel een positief als negatief effect hebben op de cijfers als ze zich voordoen. Een toelichting op de onzekerheden/risico’s die een negatief effect kunnen hebben zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. De belangrijkste risico’s, de zogenaamde  toprisico’s hebben te maken met onderhoud en beheer van de openbare ruimte en gebouwen, grondexploitatie en de wijziging van het rijksbeleid m.b.t. toevoegen financiële ruimte onder het BCF plafond aan algemene uitkering.

We lopen een specifiek risico bij grote en majeure projecten. Vaak kennen deze projecten een doorlooptijd van meerdere jaren, vindt samenwerking plaats met verschillende (markt) partijen en zijn er veel externe factoren die een rol kunnen spelen bij de realisatie. Deze projecten vragen om een gerichte sturing. In het kader van risicobeheersing stellen wij aparte regels voor deze projecten en volgen wij deze meer intensief. Dit vindt onder meer zijn uitwerking in de bestuursrapportage, waar we vanaf 2019 een rapportage toevoegen over grote projecten. Ook hierover vindt u in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing meer informatie.

Reserves

In de begrotingscijfers voor de jaarschijf 2019 is een toevoeging aan reserves opgenomen van € 8,4 miljoen en onttrekkingen aan reserves van 20 miljoen. De toevoegingen bestaan uit:

  • de afbouw van de reserve dekking kapitaallasten (€ 3,5 miljoen);
  • stortingen in tijdelijke bestemmingsreserves tot het moment dat de beheerplannen openbare ruimte en vastgoed vastgesteld zijn (€ 2,8 miljoen);
  • storting in reserve dekking kapitaallasten voor de ontvangen uitkeringen fusie uit de algemene uitkering (€ 2,1 miljoen)

De onttrekkingen 2019 zijn voornamelijk incidentele lasten:

  • vanuit de MvM – jaarschijf 2019 (€ 2,1 miljoen)
  • onttrekkingen voor groot onderhoud ten laste van de tijdelijke bestemmingsreserves (€ 1,5 miljoen)
  • ontwikkelambities uit de kadernota 2019 (€ 10,2 miljoen).
  • afbouw reserve dekking kapitaallasten conform MvM (€ 3,5 miljoen)
  • onttrekkingen uit reserve dekking kapitaallasten (€ 2, miljoen)

Ten aanzien van bestemmingsreserve sociaal domein is in de jaarrekening 2017 opgenomen dat het college bij de behandeling van de begroting 2019 komt met een voorstel aan de raad over de structureel benodigde reserve voor het sociaal domein.
De benodigde middelen voor het sociaal domein vertonen nog een te grillig verloop om nu met een gedegen voorstel te komen. Het college stelt daarom voor de huidige werkwijze voort te zetten in 2019 en deze bij de begrotingsbehandeling 2020 opnieuw te bezien.
De huidige werkwijze is dat jaarlijks het saldo op het totale Programma 6 – met uitzondering van de exploitatiesaldi op de (wijk)gebouwen binnen Programma 6 en met uitzondering van de doorberekende kosten van de diverse taakvelden (salaris- en kapitaallasten) worden toegevoegd c.q. onttrokken aan de bestaande reserve sociaal domein. Voorstellen om de bestemmingsreserve in te zetten voor nieuwe investeringen in het sociaal domein lopen via de kadernota of via een afzonderlijk raadsvoorstel.