Bij het bepalen van de resultaten spelen de eerder genoemde ontwikkelingen een belangrijke rol. De inkomsten die zijn ingerekend uit de kavelverkoop zullen ook de komende jaren aan veranderingen onderhevig zijn. Dit kan tot uiting komen in de afzetsnelheid en de prijsontwikkeling. Voor deze laatste ontwikkeling wordt rekenkundig aansluiting gezocht bij de inflatiedoelstelling van de Europese centrale bank (hierna: ECB).. Deze doelstelling ligt momenteel op 2%. Vanuit het BBV is voorgeschreven dat de discontovoet ook op dit percentage gesteld moet worden indien de verliesvoorziening op netto contante waarde (NCW) wordt bepaald. Sinds 2018 wordt de verliesvoorziening op basis van de methodiek van de eindwaardeberekening bepaald. De BBV refereert aan deze methodiek met de term nominale waarde. Bij deze meerjarige stijging kan de kanttekening geplaatst worden dat door ontwikkelingen in de bouwkosten en de VON-prijs het ene jaar een lagere stijging of zelfs daling laat zien van de grondprijs en dat andere jaren juist een hogere stijging waarneembaar is. Daarom wordt meerjarig gemiddeld uitgegaan van een inflatiecorrectie van de eerder genoemde 2%.
Andere indexcijfers die een rol spelen bij de bepaling van het resultaat is de stijging van de kosten voor het aanleggen van de voorzieningen binnen het gebied en de te maken plankosten. Voor de ontwikkeling van de civiele kosten is de Bouwkostenindex Grond-, weg en waterbouw een goede benchmark. Naar verwachting komt deze index voor 2018 uit op een stijging van 1,42%. Meerjarig wordt in de grondexploitatie rekening gehouden met een stijging van 2% gelijk aan de inflatiedoelstelling van de ECB.
De manier waarop rente wordt toegerekend aan het grondbedrijf is ook dwingend voorgeschreven door de BBV. Rekenkundig wordt gedurende de looptijd van een grondexploitatie gerekend met een rentepercentage van 2,17%. Indien de werkelijke door te belaste rente minder dan 0,5% afwijkt mag met dit percentage worden gerekend. Als het percentage meer afwijkt dan zullen de grondexploitaties met het nieuwe percentage worden doorgerekend. Gelet op de vreemd vermogenspositie en het rentepercentage hiervan is de verwachting dat in 2019 een aanpassing aan het rentepercentage voor het grondbedrijf gaat plaatsvinden. Naar alle waarschijnlijkheid gaat de rekenrente omlaag waardoor de resultaten van het grondbedrijf zullen verbeteren. Omdat pas aan het einde van 2018 definitief bekend wordt of de afwijking groter is dan 0,5% zal ook dan de grondexploitaties worden aangepast. Bij de actualisatie in het kader van de jaarrekening zal deze aanpassing worden meegenomen.
Resumerend kunnen de verschillende parameters als volgt worden weergegeven.
Gehanteerde parameters | 2019 e.v. |
Rentepercentage | 2,17 % |
Opbrengststijging | 2,0 % |
Kostenstijging | 2,0 % |
Disconteringsvoet | 2,0 % |
Geraamde resultaten
Gemeente Meierijstad kent momenteel 26 grondexploitaties die gekwalificeerd zijn als BIE. Van deze 26 zijn er 20 BIE-complexen gericht op de transformatie naar woningbouw en 6 complexen voor industriegronden. In onderstaande tabel zijn de verwachte einddata en resultaten van deze complexen weergegeven zoals ze ook zijn opgenomen in de jaarrekeningen 2017. Op basis van het gemotiveerde besluit van de raad d.d. 2 juli 2018 kennen de projecten Veghel – Veghels
Buiten en Erp - Bolst een looptijd langer dan de voorgeschreven maximale looptijd van tien jaar.
Grondcomplex (Bedragen * € 1.000) | Einddatum | Nominale waarde | NCW (2,0%) |
Woningbouw | |||
8311 Veghel - ’t Ven | 31-12-2019 | 14 | 14 |
8313 Veghel - Veghels Buiten | 31-12-2028 | 1.479 | 1.189 |
8315 Veghel - Rembrandtboulevard | 31-12-2024 | 4.455 | 3.878 |
8317 Veghel - ’t Anker | 31-12-2018 | 77 | -75 |
8318 Veghel - Vijfmaster | 31-12-2018 | 332 | 325 |
8319 Veghel - Franciscusschool | 31-12-2018 | 111 | 109 |
8320 Veghel - Stadshobbywerkplaats | 31-12-2020 | -455 | -429 |
8321 Veghel - LTS | 31-12-2020 | 167 | 157 |
8335 Eerde - D'Eerdse Erven | 31-12-2020 | 59 | 55 |
8340 Zijtaart - Edith Stein | 31-12-2019 | 84 | 81 |
8341 Zijtaart - Zuid | 31-12-2026 | 216 | 181 |
8345 Mariaheide - Steenoven II | 31-12-2020 | 595 | 560 |
8346 Mariaheide - Mariahof | 31-12-2018 | 6 | 6 |
8350 Erp - Bolst | 31-12-2028 | 2.441 | 1.963 |
8355 Boerdonk - Korstenhof | 31-12-2019 | 221 | 213 |
8360 Keldonk - Keldonkse Morgen | 31-12-2018 | 16 | 16 |
8365 Schijndel - Hulzebraak 3e fase | 31-12-2019 | -9 | -9 |
8370 St. Oedenrode - Sluitappel-Noord/Dijksteegje | 31-12-2019 | 1.696 | 1.630 |
8375 Boskant - Elzenpad | 31-12-2020 | -493 | -464 |
8376 Boskant - Kremselen | 31-12-2024 | -697 | -607 |
Industrie | |||
3270 Veghel - D'n Dubbelen | 31-12-2026 | 3.260 | 2.728 |
3271 Veghel - Doornhoek | 31-12-2021 | 1.774 | 1.639 |
3272 Veghel - De Kempkens | 31-12-2026 | 2.632 | 2.202 |
3280 Erp - Molenakker II | 31-12-2021 | 184 | 170 |
3285 Schijndel - Duin III Zuid 1e fase | 31-12-2026 | 2.162 | 1.809 |
3286 Schijndel - Duin Noord | 31-12-2026 | 1.276 | 1.068 |
* In tegenstelling tot wat in de planeconomie algemeen als definitie wordt gehanteerd voor de nominale waarde wordt bij de presentatie van de nominale waarde (NW) de rekenmethodiek van de BBV aangehouden die vergelijkbaar is met de eindwaarde. Hierbij wordt resultaat van een grondexploitatie berekend waarbij rekening wordt gehouden met alle kosten en opbrengsten van de GREX inclusief toekomstige kosten- (of opbrengsten)stijging en toekomstige rentewinsten
of –verliezen.