Begroting 2019

Grondbeleid

Resultaten

Bij het bepalen van de resultaten spelen de eerder genoemde ontwikkelingen een belangrijke rol. De inkomsten die zijn ingerekend uit de kavelverkoop zullen ook de komende jaren aan veranderingen onderhevig zijn. Dit kan tot uiting komen in de afzetsnelheid en de prijsontwikkeling. Voor deze laatste ontwikkeling wordt rekenkundig aansluiting gezocht bij de inflatiedoelstelling van de Europese centrale bank (hierna: ECB).. Deze doelstelling ligt momenteel op 2%. Vanuit het BBV is voorgeschreven dat de discontovoet ook op dit percentage gesteld moet worden indien de verliesvoorziening op netto contante waarde (NCW) wordt bepaald. Sinds 2018 wordt de verliesvoorziening op basis van de methodiek van de eindwaardeberekening bepaald. De BBV refereert aan deze methodiek met de term nominale waarde. Bij deze meerjarige stijging kan de kanttekening geplaatst worden dat door ontwikkelingen in de bouwkosten en de VON-prijs het ene jaar een lagere stijging of zelfs daling laat zien van de grondprijs en dat andere jaren juist een hogere stijging waarneembaar is. Daarom wordt meerjarig gemiddeld uitgegaan van een inflatiecorrectie van de eerder genoemde 2%.
Andere indexcijfers die een rol spelen bij de bepaling van het resultaat is de stijging van de kosten voor het aanleggen van de voorzieningen binnen het gebied en de te maken plankosten. Voor de ontwikkeling van de civiele kosten is de Bouwkostenindex Grond-, weg en waterbouw een goede benchmark. Naar verwachting komt deze index voor 2018 uit op een stijging van 1,42%. Meerjarig wordt in de grondexploitatie rekening gehouden met een stijging van 2% gelijk aan de inflatiedoelstelling van de ECB.
De manier waarop rente wordt toegerekend aan het grondbedrijf is ook dwingend voorgeschreven door de BBV. Rekenkundig wordt gedurende de looptijd van een grondexploitatie gerekend met een rentepercentage van 2,17%. Indien de werkelijke door te belaste rente minder dan 0,5% afwijkt mag met dit percentage worden gerekend. Als het percentage meer afwijkt dan zullen de grondexploitaties met het nieuwe percentage worden doorgerekend. Gelet op de vreemd vermogenspositie en het rentepercentage hiervan is de verwachting dat in 2019 een aanpassing aan het rentepercentage voor het grondbedrijf gaat plaatsvinden. Naar alle waarschijnlijkheid gaat de rekenrente omlaag waardoor de resultaten van het grondbedrijf zullen verbeteren. Omdat pas aan het einde van 2018 definitief bekend wordt of de afwijking groter is dan 0,5% zal ook dan de grondexploitaties worden aangepast. Bij de actualisatie in het kader van de jaarrekening zal deze aanpassing worden meegenomen.

Resumerend kunnen de verschillende parameters als volgt worden weergegeven.

Gehanteerde parameters

2019 e.v.

Rentepercentage

2,17 %

Opbrengststijging

2,0 %

Kostenstijging

2,0 %

Disconteringsvoet

2,0 %

Geraamde resultaten
Gemeente Meierijstad kent momenteel 26 grondexploitaties die gekwalificeerd zijn als BIE. Van deze 26 zijn er 20 BIE-complexen gericht op de transformatie naar woningbouw en 6 complexen voor industriegronden. In onderstaande tabel zijn de verwachte einddata en resultaten van deze complexen weergegeven zoals ze ook zijn opgenomen in de jaarrekeningen 2017. Op basis van het gemotiveerde besluit van de raad d.d. 2 juli 2018 kennen de projecten Veghel – Veghels
Buiten en Erp - Bolst een looptijd langer dan de voorgeschreven maximale looptijd van tien jaar.

Grondcomplex (Bedragen * € 1.000)

Einddatum

Nominale waarde

NCW (2,0%)

Woningbouw

8311 Veghel - ’t Ven

31-12-2019

14

14

8313 Veghel - Veghels Buiten

31-12-2028

1.479

1.189

8315 Veghel - Rembrandtboulevard

31-12-2024

4.455

3.878

8317 Veghel - ’t Anker

31-12-2018

77

-75

8318 Veghel - Vijfmaster

31-12-2018

332

325

8319 Veghel - Franciscusschool

31-12-2018

111

109

8320 Veghel - Stadshobbywerkplaats

31-12-2020

-455

-429

8321 Veghel - LTS

31-12-2020

167

157

8335 Eerde - D'Eerdse Erven

31-12-2020

59

55

8340 Zijtaart - Edith Stein

31-12-2019

84

81

8341 Zijtaart - Zuid

31-12-2026

216

181

8345 Mariaheide - Steenoven II

31-12-2020

595

560

8346 Mariaheide - Mariahof

31-12-2018

6

6

8350 Erp - Bolst

31-12-2028

2.441

1.963

8355 Boerdonk - Korstenhof

31-12-2019

221

213

8360 Keldonk - Keldonkse Morgen

31-12-2018

16

16

8365 Schijndel - Hulzebraak 3e fase

31-12-2019

-9

-9

8370 St. Oedenrode - Sluitappel-Noord/Dijksteegje

31-12-2019

1.696

1.630

8375 Boskant - Elzenpad

31-12-2020

-493

-464

8376 Boskant - Kremselen

31-12-2024

-697

-607

Industrie

3270 Veghel - D'n Dubbelen

31-12-2026

3.260

2.728

3271 Veghel - Doornhoek

31-12-2021

1.774

1.639

3272 Veghel - De Kempkens

31-12-2026

2.632

2.202

3280 Erp - Molenakker II

31-12-2021

184

170

3285 Schijndel - Duin III Zuid 1e fase

31-12-2026

2.162

1.809

3286 Schijndel - Duin Noord

31-12-2026

1.276

1.068

* In tegenstelling tot wat in de planeconomie algemeen als definitie wordt gehanteerd voor de nominale waarde wordt bij de presentatie van de nominale waarde (NW) de rekenmethodiek van de BBV aangehouden die vergelijkbaar is met de eindwaarde. Hierbij wordt resultaat van een grondexploitatie berekend waarbij rekening wordt gehouden met alle kosten en opbrengsten van de GREX inclusief toekomstige kosten- (of opbrengsten)stijging en toekomstige rentewinsten
of –verliezen.