Op basis van de beleidsregels zijn de risico’s gekwantificeerd. Daarnaast is in de nota bepaald dat wij ervan uitgaan dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voordoen en dat wij bij de bepaling van het benodigde weerstandscapaciteit een waarschijnlijkheidsfactor van 90% hanteren. Dit betekent dat we er rekening mee houden dat een buffer van 90% van de ingeschatte risico’s voldoende is om de effecten van risico’s op te vangen.
Dit noemen we de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn af te dekken. Deze zijn in de volgende tabel opgenomen.
Beschikbare weerstandscapaciteit | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
algemene risicoreserve per 1-1 | 46.418 | 46.278 | 48.826 | 51.850 | 55.338 |
post onvoorziene uitgaven | 350 | 350 | 350 | 350 | 350 |
onbenutte belastingcapaciteit | 6.564 | 6.564 | 6.564 | 6.564 | 6.564 |
53.332 | 53.192 | 55.740 | 58.764 | 62.252 |
Toelichting op bovenstaande tabel
Algemene Risico Reserve
De geraamde stand van de Algemene Risico Reserve van de gemeente Meierijstad bedraagt per eind 2018 € 46,4 miljoen (rekening houdend met reeds genomen raadsbesluiten tot en met juli 2018).
Onvoorzien
Vooruitlopend op de vaststelling van de hoogte van de post onvoorzien door de gemeenteraad van Meierijstad is in deze financiële begroting een bedrag opgenomen van € 350.000,- voor onvoorzien.
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB-tarieven wordt berekend op basis van de artikel 12-norm van het rijk. In de meicirculaire van het Gemeentefonds geeft de minister van Binnenlandse Zaken elke jaar nieuwe normen voor toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. Toelating wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor 2019 is dit percentage gesteld op 0,1952% (in 2018 was dit 0,1927%). De onbenutte belastingcapaciteit is voor 2019 € 6.,5 mln. en is in het meerjarig beeld gelijk gehouden.